You need to sign in or sign up before continuing.
Scan barcode
A review by seppeds
Wachten op God by Simone Weil
3.0
"When I think of the Crucifixion, I commit the sin of envy." - Simone Weil (1950)
Een persoonlijke visie en zoektocht naar God. Weil die vanuit haar Joodse afkomst naar het Katholieke geloof is bekeerd schrijft een lucide mystiek proza, het is een autobiografisch geheel van brieven en essays over spirituele groei, liefde en de vertwijfeling rond de betekenis van God.
Centraal, zoals het hierboven vermelde citaat stelt, is het concept van zelf-martelaarschap, een verbloemende verheerlijking van het eigen lijden. De lijdensweg van Christus is het centrale gegeven in Weils persoonlijke theologie. Zelf had ze een fragiel gestel, en was ze lijdend aan longkwalen, dit onder meer zal op op haar 34ste reeds haar leven kosten. Ten dele toch, door een proces van doelbewuste zelfontbering gestorven, was haar geloof een oplossingspoging vol troost, maar niet vrij van vertwijfeling.
Het wachten van de titel is hier is een verlangen vanuit een leegte, naar de incarnatie van Christus, een verlangen naar spirituele vervollediging. Een reeks spirituele oefeningen worden beschreven, doelend op het richten van aandacht en ontvankelijkheid. Dit deed me eerder aan Oosterse meditaties denken, Weil heeft dan ook een eigenzinnig syncretisme van Oosterse en Westerse invloeden.
Alleen al door de titel kan de link gemaakt worden, met Wachten op Godot (1952) van Beckett. In thema en setting zijn er gelijkenissen. Bij allebei is het toneel de kruisiging van Christus, en de existentiële dimensies die erbij horen. Beiden verkennen het wachten, de leegte en de ontvankelijkheid naar iets dat niet noodzakelijk komt.
Ik apprecieer hieruit de zoektocht en twijfel in deze essays, en de kleurrijke beeldspraak. Bijzonder sterk is het concluderende commentaar op het Onze Vader. Een eerlijke persoonlijke lezing, die de kern van het Christendom omvat voor Weil.
Een persoonlijke visie en zoektocht naar God. Weil die vanuit haar Joodse afkomst naar het Katholieke geloof is bekeerd schrijft een lucide mystiek proza, het is een autobiografisch geheel van brieven en essays over spirituele groei, liefde en de vertwijfeling rond de betekenis van God.
Centraal, zoals het hierboven vermelde citaat stelt, is het concept van zelf-martelaarschap, een verbloemende verheerlijking van het eigen lijden. De lijdensweg van Christus is het centrale gegeven in Weils persoonlijke theologie. Zelf had ze een fragiel gestel, en was ze lijdend aan longkwalen, dit onder meer zal op op haar 34ste reeds haar leven kosten. Ten dele toch, door een proces van doelbewuste zelfontbering gestorven, was haar geloof een oplossingspoging vol troost, maar niet vrij van vertwijfeling.
Het wachten van de titel is hier is een verlangen vanuit een leegte, naar de incarnatie van Christus, een verlangen naar spirituele vervollediging. Een reeks spirituele oefeningen worden beschreven, doelend op het richten van aandacht en ontvankelijkheid. Dit deed me eerder aan Oosterse meditaties denken, Weil heeft dan ook een eigenzinnig syncretisme van Oosterse en Westerse invloeden.
Alleen al door de titel kan de link gemaakt worden, met Wachten op Godot (1952) van Beckett. In thema en setting zijn er gelijkenissen. Bij allebei is het toneel de kruisiging van Christus, en de existentiële dimensies die erbij horen. Beiden verkennen het wachten, de leegte en de ontvankelijkheid naar iets dat niet noodzakelijk komt.
Ik apprecieer hieruit de zoektocht en twijfel in deze essays, en de kleurrijke beeldspraak. Bijzonder sterk is het concluderende commentaar op het Onze Vader. Een eerlijke persoonlijke lezing, die de kern van het Christendom omvat voor Weil.